Terug
Gepubliceerd op 26/11/2025

Besluit  Raad voor maatschappelijk welzijn

di 25/11/2025 - 21:30

Huishoudelijk reglement: Tussenkomst voor assistentiewoningen

Aanwezig: Melissa Van Eesbeek, Voorzitter
Kris Poelaert, Burgemeester
Ludo Persoons, Samuel Billens, Jonas De Maeseneer, Lieven Snoeks, Sandra Dero, Marleen Merckaert, Kurt Penninck, Christa Dermez, Patrick Decat, Patrick De Vos, Stefaan Viaene, Vanessa Van Hende, Rudy Thiebaut, Linda De Schutter, Filip Durant, Brent Roobaert, Jo Stalpaert, Daniël Fonteyne, Philippe De Cock, Sterre Buckinx, Remke Van Cauwelaert, Dimitri Rooselaers, Kelly Van Gossum, Kristel Moonens, Quinten Bonet, Laura Monseu, Raadslid
Kristof Andries, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Veerle Dero, Raadslid
Aanleiding en doel

Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.

In het laatste kwartaal van 2024 werkten de 'oorspronkelijke' gemeentes aan een harmonisering van tal van reglementen om bij raadsbeslissing een gelijke behandeling van de burgers van Galmaarden, Gooik en Herne te waarborgen vanaf 1 januari 2025. De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten bleven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid het nieuwe reglement goedkeurt. 

Het huishoudelijk reglement inzake 'tussenkomst voor assistentiewoningen' dient voor Pajottegem nog goedgekeurd te worden. 

In samenspraak met de juridische dienst werd het artikel in het kader van de onderhoudsplicht aangepast.

Juridische bepalingen

Wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976

Het decreet lokaal bestuur, artikel 77

Het gemeenteraadsbesluit van Galmaarden op 23 december 2024 betreffende het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen

Het gemeenteraadsbesluit van Gooik op 23 december 2024 betreffende het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen

Het gemeenteraadsbesluit van Herne op 23 december 2024 betreffende het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen

Advies

Volgens de POD MI is het koninklijk besluit van 9 mei 1984  de wettelijke basis die, samen met de organieke wet van 8 juli 1976, de onderhoudsplicht regelt waarmee draagkrachtige personen verplicht zijn bij te dragen in de kosten van behoeftige familieleden.  Het besluit bepaalt ook de maximale bedragen die teruggevorderd kunnen worden en regelt de terugvordering bij het verminderen van het vermogen van de resident. 

Echter, telkens een dossier aanhangig wordt gemaakt bij de vrederechter, stelt deze dat het verhaalrecht van het OCMW is onderworpen aan de onderhoudsregeling van het Burgerlijk Wetboek (art. 205 e.v. oud BW). Dit wil dus zeggen dat de hiërarchie tussen de onderhoudsplichtigen (onderhoudsplichtige en dienst echtgeno(o)t(e)) dient toegepast te worden.

Bv. moeder krijgt tussenkomst in de verblijfskosten van een woonzorgcentrum. Dochter is onderhoudsplichtig, maar is volgens de schaal van terugvorderingen niet onderhoudsplichtig. Dan mag er pas rekening gehouden worden met de partner zijn inkomen. Dit in tegenstelling tot het KB, waar de 2 inkomens worden samengeteld om het bedrag van onderhoudsplicht te bepalen.

In dit opzicht raadt de juridische dienst van de Welzijnskoepel aan om ons reglement aan te passen naar de meest recente rechtspraak. 

Motivering

Het OCMW Pajottegem voorziet een financiële ondersteuning, onder de vorm van een tussenkomst, om senioren met een beperkt inkomen de kans te bieden om in een assistentiewoning te wonen.

Besluit

Artikel 1 - De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaand huishoudelijk reglement omtrent over de tussenkomst voor assistentiewoningen goed:

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT TUSSENKOMST VOOR ASSISTENTIEWONINGEN 

 

ARTIKEL 1. DOELSTELLING

Het OCMW Pajottegem voorziet een financiële ondersteuning, onder de vorm van een tussenkomst, om senioren met een beperkt inkomen de kans te bieden om in een assistentiewoning te wonen.

 

ARTIKEL 2. TOEPASSINGSGEBIED

Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar betrokkene gedomicilieerd was op het ogenblik van zijn opname in een erkende assistentiewoning (art. 2§1 van de Wet van 02 april 1965).

 

ARTIKEL 3. DEFINITIES

  • De dagprijs is gelijk aan de naakte huur, de ondersteuning van de woonassistent, de 24-uurspermanentie, de crisiszorg en het verbruik van de gemeenschappelijke delen.
  • De naakte huurprijs is gelijk aan de zuivere huur (inclusief de ondersteuning van de woonassistent, de 24-uurspermanentie, de crisiszorg en het verbruik van de gemeenschappelijke delen.) en exclusief inbegrepen kosten (water, elektriciteit,...)
  • Erkende assistentiewoning: is een woonzorgvoorziening waar in een aangepaste infrastructuur en binnen een organisatorisch geheel ouderen zelfstandig en permanent verblijven, waarbij gedurende de dag en de nacht permanentie georganiseerd wordt, en waarbij zorg en ondersteuning aangeboden wordt waarop de gebruiker facultatief een beroep kan doen.
    • Begunstigde: de persoon die verblijft in een erkende assistentiewoning. 

 

  • De aanvrager: de begunstigde of zijn vertegenwoordiger.

 

ARTIKEL 4. BEDRAG TUSSENKOMST

De tussenkomst moet de bewoner van een assistentiewoning toelaten kwaliteitsvol te wonen en volwaardig te kunnen participeren aan de maatschappij. Naast het betalen van de huur dient de bewoner nog voldoende inkomsten te hebben om in zijn levensonderhoud te voorzien.

Om te bepalen hoeveel iemand nodig heeft, baseren we ons op richtbedragen opgedeeld in korven per soort uitgave (zie bijlage 1). 

Op basis hiervan wordt een inkomen gegarandeerd van € 960,97 voor een alleenstaande en € 1666,75 voor een koppel, na betaling van de (naakte) huurprijs.

 

4.1  Berekening tussenkomst

    • Alle inkomsten (recentste inkomen bv. pensioen), ook deze uit roerende en onroerende goederen, worden in rekening gebracht, alsook sociale of gezondheidsvoordelen (bv zorgbudget voor ouderen of zeer zwaar zorgbehoevenden).
    • Een alleenstaande dient na betaling van de naakte huurprijs € 960,97 per maand over te hebben om te voorzien in zijn levensonderhoud.
    • Een koppel dient na betaling van de naakte huurprijs € 1666,75 over te houden.
    • Het verschil tussen het resterend inkomen, na aftrek van de naakte huurprijs, en bovenstaand bedrag is de tussenkomst die het OCMW zal uitbetalen.

 

 

ARTIKEL 5. VOORWAARDEN

  • De begunstigde dient gedomicilieerd te zijn in Pajottegem op het moment van verhuis naar de assistentiewoning gedomicilieerd (art. 2§1 van de Wet van 02 april 1965).
  • Het OCMW komt slechts tussen na uitputting van de spaargelden of ander persoonlijk kapitaal en alle andere inkomsten van de begunstigde. Een vast bedrag spaargeld wordt niet meegerekend en vrijgesteld voor onverwachte kosten of voor de uitvaartkosten: €6200 
  • Wanneer een begunstigde een aanvraag tot tussenkomst indient en nog een woning of andere eigendommen bezit, kan de financieel directeur van het OCMW een hypotheek leggen op alle voor hypotheek vatbare goederen. Dit dient als waarborg voor de terugbetaling van de tussenkomsten die het OCMW heeft gedaan.

Deze beslissing kan worden genomen door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) zonder dat daarvoor toestemming van de begunstigde nodig is.

 

De kosten die gepaard gaan met het leggen van de hypotheek zijn voor rekening van het OCMW.

  • Het moet gaan om een erkende assistentiewoning.
  • De dagprijs (huurprijs excl energiekosten) mag niet meer bedragen dan € 45 per dag.

  

 

ARTIKEL 6. DE AANVRAAG

6.1 Procedure aanvraag

De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend door de begunstigde zelf of zijn vertegenwoordiger bij de voorzitter van het OCMW.  De aanvraag kan ook op elektronische manier worden ingediend volgens formulieren vastgesteld door de minister.

Na indiening van de aanvraag zal de maatschappelijk assistent een aantal gegevens opvragen om de financiële en sociale situatie van de begunstigde in kaart te brengen. Het gaat concreet om:

  •  een overzicht van alle mogelijke inkomsten
    • Belgische en buitenlandse pensioenen, inclusief vakantiegeld
    • alle vervangingsinkomsten
    • alle andere vergoedingen, zoals oa. integratietegemoetkoming,  zorgbudget voor zorgbehoevenden/ouderen …
    • inkomsten uit roerende goederen (vb. spaargelden)
    • inkomsten uit onroerende goederen (vb. kadastraal inkomen, huurinkomsten))
    • alimentatie
    • huuropbrengsten
    • teruggave personenbelasting
    • verzekeringen
  • een overzicht van de roerende en onroerende goederen
  • eventuele polissen hospitalisatieverzekering en BA-verzekering
  • een ondertekend contract tussen de begunstigde en de residentie bij opname
  • de dagprijs in de assistentiewoning
  • een duidelijke toelichting van de tarieven van de residentie
  • de goedkeuring van het agentschap zorg en gezondheid voor de toepassing van de dagprijs
  • het huishoudelijk reglement van de residentie (indien nog niet in het bezit van het OCMW)
  • een overzicht van de rekeningen en financiële contracten in het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP), op te vragen door de begunstigde of zijn vertegenwoordiger
  • volledige uittreksels van de laatste 3 maanden van elke rekening.
  • uittreksels met de stand van elke rekening voor de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag.

 

De aanvrager geeft het OCMW tevens een machtiging om informatie op te vragen bij verschillende instanties, zoals financiële instellingen (febelfin), de kruispuntbank voor sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij dienst Registratie en Eigendommen. Dit is essentieel voor een grondig onderzoek naar de financiële en sociale situatie van de begunstigde, waarbij het OCMW tot 10 jaar terug kan kijken.

 

Als deze informatie niet tijdig wordt aangeleverd, kan dit leiden tot een onvolledig onderzoek, wat weer kan resulteren in een weigering van de aanvraag voor financiële ondersteuning.

 Als het OCMW vaststelt dat de begunstigde een aanzienlijk deel van zijn vermogen heeft weggeschonken voorafgaand aan de hulpvraag, kan het OCMW de steunaanvraag weigeren.

 

6.2 Onderhoudsplicht

Bij de aanvraag wordt ook een onderzoek gevoerd naar de onderhoudsplicht om vast te stellen of (een deel van) de kosten kunnen teruggevorderd worden op de onderhoudsplichtigen.

De tussenkomst kan worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen van de begunstigde. Dit is geregeld in artikel 98, §2 van de OCMW-wet.

 

Wie is onderhoudsplichtig?

De personen die verplicht moeten worden aangesproken:

  • de echtgeno(o)t(e) van de begunstigde
  • de (adoptie)kinderen van de begunstigde en ondergeschikt hun echtgeno(o)t(e) in toepassing van de hiërarchie van de onderhoudsplichtigen

 

De personen die facultatief aangesproken kunnen worden:

  • Kleinkinderen
  • Stiefkinderen 

 

Hoeveel bedraagt de onderhoudsplicht?

De onderhoudsplicht wordt beperkt door 3 factoren:

  • reële kostprijs: de terugvordering is beperkt tot het bedrag van de tussenkomst die men ontvangen heeft.

 

  • kindsdeel: het bedrag dat wordt teruggevorderd, wordt gedeeld door het aantal kinderen (descendenten eerste graad). In principe wordt nooit meer dan het kindsdeel teruggevorderd.

De formule is:     Tussenkomst OCMW                          

                          Aantal descendenten eerste graad

In uitzonderlijke situaties kan het OCMW, op basis van goede motivatie, meer terugvorderen dan het kindsdeel, bijvoorbeeld bij duidelijke welstand van de onderhoudsplichtige.

  • terugvorderingsschaal: het OCMW volgt voor tussenkomsten uniforme terugvorderingsschaal vastgelegd in Ministerieel Besluit van 02/03/2005 .en kan niet onder een bepaalde minimumdrempel terugvorderen. De berekening is gebaseerd op het netto (gezamenlijk) belastbaar inkomen van het jaar voorafgaand aan de beslissing van het OCMW.

 

Uitzondering bij vrijwillige verarming: als het vermogen van de begunstigde in de vijf jaar voorafgaand aan de financiële tussenkomst zonder aanvaardbare redenen aanzienlijk is verminderd, kan het OCMW de kosten terugvorderen van onderhoudsplichtigen, zelfs als hun inkomen onder de minimumdrempel valt.

 

Billijkheidsredenen: Het OCMW kan omwille van billijkheidsredenen individuele uitzonderingen op de onderhoudsplicht toestaan. Dit wordt per geval beslist en gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek. Het is aan de onderhoudsplichtige om het OCMW schriftelijk op de hoogte te brengen van deze             billijkheidsredenen.

 

 

ARTIKEL 7. TOEKENNING EN UITBETALING

  • Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst beslist omtrent de toekenning van de tussenkomst. Afwijkingen kunnen slechts uitzonderlijk toegestaan worden bij beslissing van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
  • Toekenning van de tussenkomst gaat steeds in vanaf de eerste dag van volgende maand na aanvraag. Er gebeurt dus geen verrekening deel lopende maand.
  • De tussenkomst kan nooit vroeger ingaan dan de eerste dag van de volgende maand volgend op de ingangsdatum van het verblijf. (bv ingangsdatum huurcontract  12/11, toekenning vanaf 1/12)
    •  De begunstigde is verplicht elke wijziging in inkomen of situatie te kennen te geven.
  • Tussentijdse herzieningen (bv. wegens wijziging inkomen) gaan steeds in vanaf de eerste dag van volgende maand. Er gebeuren dus geen terugvorderingen of bijpassingen voor een deel van de betrokken maand.   

Indien de inkomsten van de begunstigde in de loop van het jaar met minstens 10% wijzigen ten opzichte van de inkomsten van het aanvraagmoment wordt de tussenkomst herzien.

  •  Bij stopzetting wordt de volledige tussenkomst van de lopende maand uitbetaald.
  •  De tussenkomst wordt rechtstreeks aan de begunstigde uitbetaald.
  • Als zou blijken dat de begunstigde deze ondersteuning niet goed aanwendt (en zijn huur dus onbetaald blijft), kan de manier van uitbetaling gewijzigd worden en rechtstreeks aan de voorziening, waar de assistentiewoning gelegen is, gestort worden.
    •    Indien de dagprijs in de loop van het jaar stijgt, wordt hier voor het lopende jaar geen rekening mee gehouden.
    • Indien bedrieglijk opzet blijkt wordt de financiële ondersteuning stopgezet en teruggevorderd.

 

Het OCMW behoudt zich het recht voor om bijkomend alle inlichtingen in te winnen die het nodig acht. Het deelt zijn beslissing binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de begunstigde mee die deze beslissing desgevallend kan aanvechten zoals voorzien in de wet.

 

De tussenkomst in de dagprijs wordt toegekend voor een periode van maximum 1 jaar en wordt jaarlijks in januari herzien.

 

 

ARTIKEL 8. INDEXERING

Alle bedragen vermeld in dit reglement worden jaarlijks op 1 januari N geïndexeerd op basis van volgende formule:

 bedrag 1/1/2025 x gezondheidsindex november N-1

              gezondheidsindex november 2024

 

Bij een negatieve index (tegenover vorig dienstjaar) blijft de tussenkomst ongewijzigd.

 

Artikel 2- Dit reglement treedt in werking op 1 december 2025.

 

Artikel 3 - De voorgaande reglementen worden opgeheven:

  • Het gemeenteraadsbesluit van Galmaarden op 23 december 2024 betreffende het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen
  • Het gemeenteraadsbesluit van Gooik op 23 december 2024 betreffende het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen
  • Het gemeenteraadsbesluit van Herne op 23 december 2024 betreffende het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen