Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
In het laatste kwartaal van 2024 werkten de 'oorspronkelijke' gemeentes aan een harmonisering van tal van reglementen om bij raadsbeslissing een gelijke behandeling van de burgers van Galmaarden, Gooik en Herne te waarborgen vanaf 1 januari 2025. De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid het nieuwe reglement goedkeurt.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77
Het decreet op de lijkbezorging van 16 januari 2004.
De organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976.
Burgerlijk wetboek artikel 205.
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Galmaarden op 23 december 2024 betreffende het reglement minimale begrafenis.
Besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Gooik op 23 december 2024 betreffende het reglement minimale begrafenis.
Besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van Herne op 23 december 2024 betreffende het reglement minimale begrafenis.
De nodige budgetten worden voorzien.
Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald. Het decreet op de lijkbezorging stelt dat er in een behoorlijke wijze voorzien moet worden in de lijkbezorging van behoeftigen. Als er geen familie of erfgenamen zijn om de begrafenis van een persoon te regelen en bij onvoldoende financiële middelen om deze te betalen, kan men zich richten tot het OCMW voor het regelen van een minimale begrafenis. Er dient een uniforme regeling getroffen te worden voor tussenkomsten in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.
Er werden geen wijzigingen uitgevoerd in het huidige reglement 'minimale begrafeniskosten' ten opzichte van de voorgaande versie.
Artikel 1 - De raad voor maatschappelijk welzijn keurt onderstaand huishoudelijk reglement omtrent minimale begrafenis door het OCMW goed:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT MINIMALE BEGRAFENIS DOOR HET OCMW
ARTIKEL 1. DOELSTELLING
Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald.
Het OCMW van Pajottegem verleent onder de hierna opgesomde voorwaarden een tussenkomst in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.
ARTIKEL 2. VOORWAARDEN
§1 De overledene moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister in de gemeente Pajottegem. OCMW Pajottegem is ook bevoegd voor de dakloze, die ambtshalve is geschrapt en nergens ingeschreven, en die op het grondgebied van Pajottegem komt te overlijden.
In uitzonderlijke gevallen kan het OCMW ook tussenkomen in de begrafeniskosten van behoeftigen die ten laste van OCMW Pajottegem verbleven in een erkende instelling en niet in Pajottegem gedomicilieerd zijn.
§2 De overledene is behoeftig overeenkomstig artikel 14 van het decreet op de lijkbezorging van 16 januari 2004.
§3 Eén van de volgende gevallen doet zich voor:
ARTIKEL 3. PROCEDURE
§1 Aanvraag
De aanvraag tot tussenkomst in de begrafenis wordt zo spoedig mogelijk gericht aan de Dienst Zorg van het OCMW, na het overlijden van de behoeftige persoon én voorafgaandelijk aan de begrafenis of crematie.
Elke derde die de begrafenis regelt met de begrafenisondernemer zonder vooraf het OCMW te verwittigen, zal zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de kosten, tenzij hiervoor een gegronde reden bestaat. De opdrachtgever kan worden aangesproken voor de begrafeniskosten op grond van een contractuele verbintenis.
§2 Sociaal onderzoek
De beslissing om tussen te komen in de begrafenis- en crematiekosten wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek uitgevoerd door een maatschappelijk werker. Hieruit moet onder andere blijken of de overledene al dan niet een behoeftig persoon is, of er beschikbare gelden zijn die kunnen worden aangewend om de kosten te betalen, wat de financiële en sociale situatie is, wie de wettelijke erfgenamen zijn, of er een verwerping nalatenschap is, …
Indien de overledene valt onder een voorlopige bewindvoering of een collectieve schuldenregeling zal de voorlopig bewindvoerder of schuldbemiddelaar worden gecontacteerd om de financiële situatie te bekijken.
Indien er een uitvaartverzekering is, wordt de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk verwittigd. De uitvaartverzekering wordt aangewend voor de begrafenis/crematie en de gemaakte kosten.
Er wordt nagekeken wat de laatste geregistreerde wilsbeschikking is van de overledene bij de dienst burgerzaken. Indien er geen geregistreerde wilsbeschikking is, wordt bij de familie/vertrouwenspersonen gepolst naar de laatste wens van de overledene voor wat de wijze van teraardebestelling (begrafenis of crematie) en eredienst betreft .
Indien de voorkeur van de overledene niet gekend is wordt er geopteerd voor een crematie en voor een burgerlijke uitvaart.
§3 Beslissing
Het BCSD, of de voorzitter van het BCSD bij hoogdringendheid, moeten hun akkoord geven vooraleer de uitvaartkosten gemaakt kunnen worden. Deze beslissing zal genomen worden op basis van een sociaal verslag, opgemaakt door een maatschappelijk werker, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van dit reglement is voldaan.
ARTIKEL 4. DE TUSSENKOMSTEN
Deze tussenkomst dient om de overledene een minimale begrafenis te bezorgen en omvat volgende begrafeniskosten:
overbrenging naar het funerarium/ crematorium
lijkwade
lijktooi
formaliteiten
verblijf in het funerarium
2 dragers
kerkhofkruisje
goedkoopste uitvaartkist
crematie
25 rouwbrieven
30 bidprentjes
ceremonie
Kilometervergoeding bij ophalen buiten het grondgebied Pajottegem
ARTIKEL 5. DE TERUGVORDERINGSMODALITEITEN
Het OCMW Pajottegem zal alles in het werk stellen om het volledige/gedeeltelijke bedrag van de verleende tussenkomst terug te vorderen via:
Via de bankrekening van de overledene, indien voldoende saldo op de bankrekening van de overledene;
ARTIKEL 6. AFWIJKINGEN
Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst kan afwijken van de bepalingen vermeld in dit reglement op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 2 - Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 november 2025.
Artikel 3 - Volgende besluiten worden met ingang van 1 november 2025 opgeheven: