Besluit  Gemeenteraad

Aanleiding en doel

Naar aanleiding van de fusie dient het retributiereglement wintercompetitie petanque aangepast te worden voor Pajottegem. Er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om het reglement op te splitsen in een huishoudelijk reglement en een retributiereglement.

Juridische bepalingen

Het decreet lokaal bestuur, artikel 40

 

Het gemeenteraadsbesluit (Gooik) van 26 september 2023 over de goedkeuring van het retributiereglement wintercompetitie petanque

Motivering

Voor een vlot verloop dient de werking van de wintercompetitie petanque vastgelegd te worden in een huishoudelijk reglement.

Besluit

Artikel 1 - De gemeenteraad keurt onderstaand huishoudelijk reglement omtrent de organisatie van de wintercompetitie petanque goed:

 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT WINTERCOMPETITIE PETANQUE

 

I. ALGEMENE VOORWAARDEN 

 

Artikel 1. Aanleiding en doel

Binnen haar reguliere sportaanbod organiseert de gemeente Pajottegem (hierna genoemd 'de organisator') een eigen wintercompetitie petanque. In dit reglement worden de regels vastgelegd met betrekking tot de organisatie van deze competitie.

Artikel 2. Officieel Petanque Reglement

De Pajottegemse wintercompetitie petanque wordt gespeeld volgens het Officieel Petanque Reglement (O.P.R., zoals verschenen in haar laatste editie van de Petanque Federatie Vlaanderen), met uitzondering van de wijzigingen die hieronder expliciet vermeld worden. De wintercompetitie wordt betwist met doubletten (2 spelers en 6 petanqueballen).

 

Artikel 3. Retributie

Het inschrijvingsgeld voor deze competitie wordt vastgelegd in het retributiereglement wintercompetitie petanque.

Het inschrijvingsgeld omvat de reservaties van de terreinen en een sportverzekering.

 

II. VERLOOP COMPETITIE

 

Artikel 4. Locatie

Alle wedstrijden vinden plaats in de petanquehal Koornmolen in Gooik. Deze hal bevat 6 petanquevelden.

Artikel 5. Registratie van de ploegen

Iedere ploeg dient vóór 15 september in te schrijven en zijn spelers door te geven (maximum 4 spelers per ploeg).

Elke speler kan lid zijn van maximaal 1 ploeg. Eenmaal een wedstrijd is gestart, kan er niet gewisseld worden.

 

Artikel 6. Competitieschema

• De wintercompetitie loopt van oktober tot eind april op donderdagavond. 
• De wedstrijden starten om 19 uur. Opwarmen kan vanaf 18.30 uur.
• Elke ploeg speelt tweewekelijks.
• De kandidaat-deelnemers aan de wintercompetitie worden - na het afsluiten van de inschrijvingsperiode - ingedeeld in poules. De organisator heeft het recht om vanuit praktische overwegingen inschrijvingen te weigeren, bv. wegens een te groot aantal kandidaten. De weigeringen gebeuren op basis van de inschrijvingsdatum. De geweigerde kandidaat-deelnemers worden in volgorde opgenomen op een reservelijst.
• De sportdienst stelt elk jaar in september de competitiekalender op, rekening houdende met het aantal beschikbare speeldagen, de beschikbare terreinen en het aantal kandidaat-deelnemers. Ze deelt de competitiekalender mee aan de kandidaat-deelnemers.
• De competitie bestaat uit 2 delen:
• deel 1: 12 speeldagen waarin ieder team 4 maal tegen elk team van de competitie speelt.
• deel 2: play-offs. Na de 12 speeldagen wordt er een rangschikking opgemaakt. De eerste 4 ploegen van elke poule zullen strijden voor de oppergaai in hun poule. 
• Poule A: Ploeg 1 tot en met 4 speelt voor het kampioenschap. Ploegen 5 tot en met 8 spelen tegen elkaar voor plaats 5 tot en met 8. De ploegen die op plaats 9 en 10 eindigen worden overgeheveld naar de play-offs van poule B zodanig dat iedereen op de laatste speeldag nog 3 wedstrijden heeft. 
• Poule B: Ploeg 1 tot en met 4 speelt voor het kampioenschap. Ploegen 5 tot en met 8 spelen tegen elkaar voor plaats 5 tot en met 8. Ploegen 9 en 10 strijden samen met de 2 ploegen van de A poule voor plaats 9 tot en met 12.

• Een speeldag bestaat uit 3 wedstrijden van 13 punten. Tussen iedere wedstrijd is er een pauze toegestaan van maximum 15 minuten.
• Per gewonnen wedstrijd verdient een ploeg 1 punt.
• De gemaakte en tegen gekregen scores zijn belangrijk voor de rangschikking. Daartoe dienen de scores correct genoteerd te worden (bv. 13 - 8 = +5 voor de thuisploeg, -5 voor uitploeg).
• De organisatie voorziet geen vaste scheidsrechters. Indien beide ploegen akkoord zijn, kan er een gelegenheidsscheidsrechter aangesteld worden. Bij afwezigheid hiervan wordt er zelf geteld.
• Wanneer een team wegens omstandigheden niet kan spelen, verliest dit team alle wedstrijden van de speeldag en wordt 3 keer een puntenscore van 13-6 op het wedstrijdblad ingevuld.
• Als een team 3 wedstrijddagen forfait moet geven, worden zij uit de competitie verwijderd.
• Ieder team krijgt een informatiebundel (Excel via mail) bij de start van de competitie. Hierin staan alle nummers van de deelnemende ploegen. Bij afwezigheid wordt er gevraagd om de tegenstander (en de organisatie) hiervan in te lichten.

  

Artikel 7. Wedstrijdverloop

• Voor aanvang van de speeldag wordt het wedstrijdblad afgehaald aan de organisatietafel. De wedstrijdbladen zullen in de petanquehal aanwezig zijn. Na de wedstrijd worden alle scores ingevuld en ondertekend door de 2 teamverantwoordelijken.
• Ieder team weet op voorhand op welk terrein ze moeten aantreden. De terreinen zijn genummerd van 1 tot en met 5. Terrein 6 is een extra terrein dat kan gebruikt worden om de wedstrijden vlotter te laten verlopen.
• Het wedstrijdblad bepaalt welk team de wedstrijd begint.
• De ploeg die het recht heeft om het doelkogeltje te werpen - hetzij zoals vermeld op het wedstrijdblad, hetzij omdat het de voorgaande mène heeft gewonnen - heeft slechts recht op één poging. Indien deze poging niet geldig is, wordt het doelkogeltje overhandigd aan de tegenstander, die het op een reglementaire wijze op het speelterrein moet leggen.
• Het gooien van het doelkogeltje wil niet zeggen dat deze speler moet beginnen.
• De spelers zijn verplicht telkens te gooien vanuit de cirkel. Het doelkogeltje moet minimum 6 meter en maximum 10 meter van de voorzijde van de werpcirkel en tenminste op 50 cm van de achterlijn van het terrein liggen. Er is geen minimumafstand tot de zijlijnen van het speelveld.
• Aan het begin van elke mène wordt de werpcirkel geplaatst in lijn met de laatste positie van het doelkogeltje. De achterzijde van de werpcirkel bevindt zich echter maximaal 1 meter van de voorlijn van het terrein aangezien de terreinen in de petanquehal maximum 10m zijn.
• Als het doelkogeltje tijdens een mène ongeldig wordt, kunnen zich drie gevallen voordoen:

1. Beide ploegen hebben nog ballen te spelen: de mène is nietig en het doelkogeltje gaat naar de ploeg die de vorige mène of de trekking (toss) heeft gewonnen.
2. Eén ploeg heeft nog ballen te spelen: deze ploeg krijgt evenveel punten als het aantal nog te spelen ballen.
3. Beide ploegen hebben geen ballen meer te spelen: de mène is nietig en het doelkogeltje gaat naar de ploeg die de vorige mène heeft gewonnen.

• De eerste bal van een mène wordt gespeeld door een speler van de ploeg die de trekking of de voorgaande mène heeft gewonnen. Vervolgens speelt de ploeg die het punt niet heeft. De speler mag van geen enkel voorwerp gebruik maken noch op de grond een lijn trekken om zijn bal te geleiden of om zijn valplaats aan te duiden. Wanneer hij zijn laatste bal speelt, mag hij geen extra bal in zijn andere hand houden. De ballen moeten één na één gespeeld worden.
• Iedere bal is nietig zodra hij op verboden terrein terechtkomt. Een bal op de grenslijn van een toegestaan terrein is geldig. De bal is pas nietig als hij de verlieslijn van een toegestaan terrein volledig heeft overschreden, dat wil zeggen als hij, loodrecht van boven gezien, geheel over de verlieslijn ligt. Nietige ballen dienen te worden verwijderd van het naburige speelveld.
• Een meting wordt verricht door de speler die als laatste een bal geworpen heeft of zijn medespelers. De tegenstanders hebben altijd het recht om na te meten. Metingen worden verricht met geschikte instrumenten waarover beide ploegen dienen te beschikken. Het is in het bijzonder verboden met de voeten te meten.
• Als de twee ballen, die het dichtst en op gelijke afstand van het doelkogeltje liggen, toebehoren aan de verschillende ploegen kunnen zich de volgende drie gevallen voordoen:

1. Geen van beide ploegen heeft nog ballen te spelen: de mène eindigt als onbeslist en het doelkogeltje wordt geworpen door een speler van de ploeg die de voorgaande mène of de trekking (toss) heeft gewonnen.
2. Slechts één ploeg heeft nog ballen te spelen: die ploeg speelt de overgebleven ballen en behaalt zoveel punten als zij uiteindelijk ballen dichter bij het doelkogeltje heeft liggen dan de dichtstbijzijnde bal van de tegenstander.
3. Beide ploegen hebben nog ballen te spelen: de ploeg die het laatst heeft geworpen werpt nogmaals een bal, dan de tegenstander, en vervolgens om beurten, totdat één der ploegen het punt heeft. Als slechts één ploeg nog ballen te spelen heeft zijn de regels van voorgaand paragraaf (punt 2) van toepassing.

• Als er aan het einde van een mène geen ballen op toegestaan terrein liggen, is de mène nietig verklaard.

 

Artikel 8. Drank en pauzes

Alle huishoudelijke regels van de petanquehal Koornmolen blijven van kracht. De organisatie vraagt uitdrukkelijk om geen eigen dranken mee te nemen. De cafetaria van de sporthal is de enige plek waar er drank kan aangekocht worden.

Sanitaire pauzes mogen enkel in de sporthal Koornmolen gehouden worden.

 

Artikel 2 - Dit reglement treedt in werking vanaf 1 december 2025.

 

Artikel  3 - Het gemeenteraadsbesluit (Gooik) van 26 september 2023 over de goedkeuring van het retributiereglement wintercompetitie petanque wordt met ingang van 1 december 2025 opgeheven.