De gemeenteraad beslist over de machtiging tot de heffing van retributies en de voorwaarden ervan, maar kan de inningswijze en de vaststelling van het tarief aan het college van burgemeester en schepenen delegeren.
Gemeentelijke diensten organiseren in uitvoering van het gemeentelijk beleid, zoals opgenomen in het gemeentelijk meerjarenplan, regelmatig activiteiten waaraan producten of prestaties verbonden zijn.
Om efficiëntieredenen wordt voorgesteld deze bevoegdheid aan het college van burgemeester en schepenen te delegeren binnen duidelijk vooraf afgebakende grenzen.
Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40, 41,14°
De raad kan de inningswijze en de vaststelling van het tarief delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. De raad kan ook het minimum- en maximumbedrag van de retributie bepalen, maar dat is niet noodzakelijk.
De raad kan zelf de mate van delegatie aan het college van burgemeester en schepenen bepalen en beschikt over verschillende delegatiemogelijkheden. De raad kiest ervoor om de minimum- en maximumgrenzen vast te stellen voor de tarieven. Het college van burgemeester en schepenen is vrij om tarieven te bepalen binnen de door de raad vastgestelde vork. De raad machtigt het uitvoerend orgaan om vrijstellingen of verminderingen toe te kennen aan vooraf bepaalde doelgroepen.
Deze versoepelde werking bij de vaststelling van retributies sluit aan bij de wijze waarop ook de federale en de gewestelijke overheden retributies vaststellen: ook daar beperkt het wetgevend orgaan zich tot het verlenen van de machtiging en het uittekenen van het kader, terwijl het uitvoerend orgaan zorgt voor de bepaling van de concrete invulling ervan. Zo kan de overheid op een vlotte manier inspelen op veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld bij de vaststelling van de prijs van toegangstickets of consumpties.
Concreet gaat dit over het vaststellen van tarieven voor het aanbod van het GC Pajottegem, de vrijetijdsdiensten (cultuur, erfgoed, toerisme en sport), de dienst kind&jeugd en de bibliotheken en de desgevallend daarbij aangeboden producten (dranken, voeding, boeken, brochures,...) en prestaties.
Artikel 1 - Het gemeentebestuur heft retributies (tarieven) op deelname aan vrijetijdsactiviteiten georganiseerd in eigen beheer.
Artikel 2 - De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen tot het vaststellen van de ticketprijzen of tarieven per voorstelling of activiteit waarvoor het tarief niet meer dan 50 euro per activiteit bedraagt.
Artikel 3 - Bij deze delegatie van bevoegdheid dient het college van burgemeester en schepenen volgende voorwaarden in acht te nemen:
Artikel 4 - De retributie is vooraf of ter plaatse verschuldigd door de aankoper van één of meerdere tickets of producten, bij voorkeur via elektronische betaling.
Artikel 5 - Verkochte tickets worden noch terugbetaald, noch omgeruild, uitgezonderd bij afgelasting of verplaatsing van de activiteit.
Artikel 6 - Dit besluit treedt in werking vanaf 1 november 2025.